*16.11.1642 Vlissingen, ♱16.11.1706 Middelburg; zoon van Cornelis Evertsen de Oude. Evertsen nam vanaf 1665 als officier aan de zeeoorlogen deel.
In 1672 streed hij met Jacob Binckes in de Westindische Zee en veroverde Nieuw-Nederland en Sint-Eustatius. In 1679 werd hij vice-admiraal en in 1684 luitenant-admiraal van Zeeland. In 1688 commandeerde hij de voorhoede van de vloot die het leger van stadhouder Willem III naar Engeland bracht en in de volgende jaren streed hij met de Engelsen samen tegen Frankrijk. In 1690 werd hij bij Bevesier door de Engelse admiraal Torrington in de steek gelaten, leed daardoor een nederlaag, maar slaagde erin de vloot te redden. De matrozen noemden hem Keesje de Duivel wegens zijn opvliegend karakter. Hij werd in het praalgraf van zijn vader en oom in de Nieuwe Kerk te Amsterdam bijgezet.