Zuidned. toneelschrijver, *ca. 1480 Brugge,♱ l4.ll.1556 Brugge. Everaert was aanvankelijk lakenverver en -voller van beroep, later werd hij schrijver van het gilde der handboogschutters.
Als lid van de beide Brugse rederijkerskamers schreef hij tussen 1509 —38 de 35 godsdienstige en maatschappelijke toneelstukken en esbattementen die bewaard zijn gebleven. In vele daarvan worden actuele sociale problemen gedramatiseerd met behulp van allegorische personages. Twee van zijn stukken werden door de overheid voor opvoering verboden: het Spel van den Crych (over de inhaligheid van met name de geestelijkheid) en het Spel van dOngelycke munte (over de scherpe waardevermindering van het geld). Ze behoren tot de bekendste van zijn spelen en maken duidelijk hoe beperkt en conservatief zijn opvattingen over de grote sociaal-economische problemen van zijn tijd waren. Van een ander type is het esbattement Van den Visscher, een kluchtige satire op de lekebiecht, die een visser op zee zijn vrouw afneemt als ze in een storm dreigen te vergaan. Uitgave: door J.W. Muller en L.Scharpé (1920).