Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

euroguldensnote

betekenis & definitie

m. (-s), middellange schuldtitel uitgegeven door een Ned. bank op de eurokapitaalmarkt in het buitenland, luidende in Ned. guldens, die door de emittent buiten Nederland moet worden gebruikt.

De eerste emissie van euroguldensnotes geschiedde in 1969, door de Algemene Bank Nederland NV. Sedertdien zijn er vele gevolgd, tot ultimo 1975 met een totaal bedrag van ƒ 6770 mln. De Ned. Bank heeft van begin af aan nogal strikt toezicht gehouden op wijze van uitgifte, frequenties, looptijd, bedrag, enz. en schreef een aparte vergunning voor. Plaatsing moet onderhands geschieden, geen prospectus of andere publikatie is toegestaan, behalve persberichten en een eenvoudige advertentie in buitenlandse bladen. Niet meer dan twee buitenlandse banken mogen in het consortium deelnemen, zodat alleen bekende debiteuren voor euroguldensnotes in aanmerking komen (b.v.

DSM, NSU, AKZO, Philips, Amsterdam-Rotterdam Bank, Bank Mees & Hope, Pierson, Heldring & Pierson). Beursnotering is niet toegestaan; een secundaire markt wordt evenwel in stand gehouden door een aantal banken, o.m. de leider van het emissieconsortium, door telefonisch verkeer. Fysieke levering vindt plaats via de Europese effectenclearingsystemen, CEDEL en Euro-Clear. Volgens de Ned. deviezenbepalingen mogen Ned. ingezetenen niet inschrijven op euroguldensnotes ten laste van buitenlandse debiteuren. Zij worden voornamelijk geplaatst in Zwitserland, België, Luxemburg, Frankrijk, Groot-Brittannië, de BRD, Italië, maar niet in de VS (door de eis van publikatie aldaar). Aangezien de Ned. Bank wil dat de euroguldensnotes monetair neutraal werken, moet de opbrengst onmiddellijk in andere valuta’s worden omgezet, die buiten Nederland moeten worden aangehouden en besteed.

< >