m. (-s), internationaal betaalmiddel in de vorm van een uniforme, tot een zeker bedrag gegarandeerde betaalcheque.
De eurocheque werd geïntroduceerd in 1974. Men kan ermee, onder vertoon van de een jaar geldige eurochequekaart (vergelijkbaar met de betaalpas) betalingen doen, ook in andere landen dan het land van uitgifte. Het maximumbedrag resp., garantiebedrag beloopt voor in Nederland uitgegeven cheques ƒ 300 en in België BF 5000. Er bestaat een regeling voor schadevergoeding in geval van diefstal of verlies. In 1975 kon men reeds in negen landen met eurocheques betalingen doen (Nederland, België, Luxemburg, de BRD, Denemarken, Finland, Frankrijk, Spanje en Andorra) en contanten opnemen bij banken in 41 landen (in de BRD ook bij postkantoren); in sommige nog niet tot het project toegetreden toeristenlanden worden eurocheques door hotels, restaurants e.d. aanvaard.