Grieks eiland in de prov. (nomos) 'Euboia, in de Egeïsche Zee; 3625 km2, 165400 inw. Euboia is van het vasteland gescheiden door het Atalantien Euriposkanaal.
Op de smalste plaats van de Euripos verbindt een brug de stad Chalkis met het vasteland. Het gebergte verdeelt Euboia in drie delen: het noorden bezit naaldbossen; het midden bezit kastanjebossen; het zuiden is een heuvellandschap met bruinkoollagen en kleine vlakten met rijke Middellandse-Zeevegetatie. Veeteelt, landbouw (graan, katoen, wijnbouw) en visserij (sardines) bieden de belangrijkste werkgelegenheid. De voornaamste plaatsen zijn Chalkis, Karystos (citroenteelt), Nea Eretria, Aidipsos. Merkwaardig zijn de huizen van Drago, woningen van werklieden die in de oudheid werkzaam waren in de nog bestaande marmergroeven.GESCHIEDENIS. In de oudheid is de geschiedenis van Euboia aanvankelijk die van de erop gelegen steden Chalkis, Eretria en Histiaia. Economisch was het eiland vooral belangrijk door veeteelt, visserij en metaalnijverheid. Het Euboïsch gewichtenen muntstelsel was verbreid en bekend in het toenmalige handelsgebied. Euboia maakte in de 5e en 4e eeuw v.C. deel uit van resp. de Eerste en Tweede Attische Zeebond en vormde in de 4e eeuw een Euboïsche bond, die echter door Athene en later Macedonië weinig kans kreeg. Toen het eiland in 196 v.C. vrijgeworden was (zie Flamminus) steunde de bond de Achaiische bond in de opstand van 147 v.C. tegen Rome en werd ontbonden. Daarna ging de betekenis van Euboia achteruit.