1. m., bij sommige ontstekingen afgescheiden vocht dat veel witte bloedlichaampjes en afgestorven weefseldelen bevat; goede — is geelachtig lichtgroen, dik, vet, kleverig, reukloos en onmisbaar voor de genezing; kwade is dunner, meer bruin, stinkend; specifieke — is tegelijk drager van een smetstof;
2. m. (-s), verbastering van het Franse être, onder invloed van het Ned. woord etter, vervelend wezen, m.n. iemand die anderen sart en plaagt of kwelt: het is zo’n —; een — van een vent.