v., studie van de functionele samenhang van de linguïstische en de niet-linguïstische aspecten van de cultuur van een samenleving. Of en in hoeverre er een functioneel verband bestaat tussen de taal van een bepaalde gemeenschap en het geheel van gedragswijzen van die gemeenschap is een zeer gecompliceerd probleem, waarvan de oplossing pas aan de toekomst is voorbehouden, wanneer de culturele antropologie en de taalwetenschap de beschikking hebben gekregen over een betrouwbare typologie. Het niet-systematische aspect van de taal, nl. de woordenschat, vertoont een duidelijke correlatie met bepaalde aspecten van de cultuur; het systematisch taalaspect (klanksysteem, morfologische en syntactische systematiek) lijkt veel moeilijker te correleren met bepaalde cultuurverschijnselen.
De pogingen om zulke correlaties aan te tonen zijn niet als geslaagd te beschouwen.LITT. J.P.B.de Josselin de Jong, Etnolinguïstiek (Bijdragen tot de taal-, landen volkenkunde 107, D.Hymes (red.), Language in culture and society (1964); J.J.Gumperz en D.Hymes (red.), Directions in sociolinguistics (1972); P.P.Giglioli (red.), Language and social context (1972).