[Germ., vastberaden], mannennaam gedragen door een aantal vorsten. HANNOVER Ernst August, koning van Hannover (1837-51), *5. 7.1771 Londen, ♱18.11.1851 Hannover; vijfde zoon van koning George in van Engeland. Ernst August onderscheidde zich als officier in het Hannoverse leger tijdens de Coalitieoorlogen.
In de periode 1796-1819 ontwikkelde hij zich in Engeland tot een van de felste Toryleiders. Na het verbreken van de personele unie tussen Hannover en Engeland werd hij koning van Hannover. Hij trok de constitutie van 1833 in, regeerde absoluut en hervormde het leger naar Pruisisch model. Oppositie tegen zijn regime leidde tot uitwijzing van de Göttinger Sieben. In 1848-49 deed hij uit angst voor de revolutie concessies aan de liberalen. Daarna zocht hij uit vrees voor Pruisische hegemonie toenadering tot Oostenrijk.
LITT. G.W.Willis, Ernst August (1954).LUIK-KEULEN Ernst van Beieren, prinsbisschop van Luik (1581 — 1612) en aartsbisschop van Keulen (1583-1612), *17.12.1554 München, ♱l7.2.1612 Arnsberg. Hij was achtereenvolgens administrator van de bisdommen Hildesheim en Freising (1565). Onder zijn regering had het Luikse prinsbisdom veel te lijden van de doortrekkende vreemde troepen; sedert 1607 was er een zekere rust, die echter door de Gulikse Successieoorlog (1609—14) verloren ging. LITT. P.Harsin, Études critiques sur l’histoire de la principauté de Liège, 1477—1795, 3: 1538—1610.
NEDERLAND Ernst Casimir, graaf van Nassau, Katzenelnbogen en Dietz, *22.12.1573 Dillenburg, ♱(gesn.) 2.6.1632 bij Roermond; zoon van Jan VI de Oude, graaf van Nassau en Elisabeth van Leuchtenberg; gehuwd (8. 6.1607) met Sofia Hedwig van Brunswijk-Wolfenbüttel, gravin van Spiegelberg. Ernst Casimir vergezelde tijdens de Tachtigjarige Oorlog zijn broer Willem Lodewijk van Nassau op diens veldtochten tegen Coevorden (1592) en Groningen (1594) en veroverde in 1606 Lochem. Hij werd in 1607 veldmaarschalk en luitenant-gouverneur van Gelderland, in 1610 van Utrecht; in 1620 (bij de dood van zijn broer) werd hij stadhouder van Friesland, in 1625 (bij de dood van prins Maurits) tevens van Groningen en Drenthe. In 1607 verwierf hij bij de deling met zijn broers Nassau-Dietz. Ernst Casimir veroverde in 1626 Oldenzaal en hielp stadhouder Frederik Hendrik bij de verovering van Grol (1627) en die van ’s-Hertogenbosch. In 1632 nam hij deel aan de Maasveldtocht van Frederik Hendrik en sneuvelde voor Roermond.
OOSTENRIJK Ernst, aartshertog van Oostenrijk, *15.6.1533 Wenen, ♱20 of 21.2.1595 Brussel; tweede zoon van keizer Maximiliaan II. Ernst dong in 1572 vergeefs naar de Poolse troon, werd in 1590 gouverneur van Opperen Neder-Oostenrijk en in 1594 landvoogd van de Spaanse Nederlanden. In deze functie werd hij sterk beïnvloed door zijn Spaanse omgeving, m.n. door Esteban de Ibarra, de secretaris van State en Oorlog, en door de graaf van Fuentes.
SAKSEN Ernst I, hertog van Saksen (1464—86), *1441 Meissen, ♱l486 Colditz; zoon van Frederik de Zachtmoedige, die hij in 1464 samen met zijn broer Albert op volgde. Op Europees vlak voerde Ernst een zelfstandig beleid, dat gericht was tegen de expansiepolitiek der Habsburgers. In 1485 verdeelden de beide broers Saksen; Albert kreeg Meissen. Hiermee ontstonden de Albertinische linie en de Ernestinische linie.
SAKSEN-COBURG-GOTHA Ernst II, hertog van Saksen-Coburg-Gotha (1844— 93), *21.6.1818 Coburg, ♱22.8.1893 Reinhardsbrunn. Ernst was liberaal georiënteerd; hij steunde de Pruisische uniepolitiek en het ontstaan van het Nationalverein. Hij werkte de Pruisische ministerpresident Bismarck aanvankelijk tegen, maar koos in 1866 toch de Pruisische zijde in de PruisischOostenrijkse Oorlog. Daarna was zijn politieke rol niet meer van belang. Werk: Aus meinem Leben und aus meiner Zeit (3 dln. 1887-89).