koning van het OSTROGOTISCHE RIJK in Zuid-Rusland, ♱376 (bij de Hunneninval). Naast de uiterst fragmentarische historische gegevens omtrent Ermanarik heeft zich een poëtische traditie over zijn dood gevormd, die onder de Goten begon; de vertelling komt het eerst bij de Gotische geschiedschrijver Jordanes voor.
Een Oudnoors gedicht uit de 9e eeuw, Hamdismál, vertelt dat Ermanarik zijn vrouw door paarden liet vertrappen. Haar broeders Hamdir en Sorli wreekten haar, maar kwamen zelf op die wraaktocht om. Ermanarik gold als de typische verwantenmoordenaar in de sage en zou volgens de Middelhoogduitse poëzie ook de Harlungen, zijn neven, hebben laten ophangen. LITT. C.O.Bradey, The legends of Ermanarik (1943); G.Zink, Les légendes héroïques de Dietrich et d’Ermanarik (1950); L.Schmidt, Die Ostgermanen (herdr. 1969).