v., (geologie) 1. het late stadium van een diagenese;
2. de overgang naar metamorfose door daling in de aardkorst;
3. beginnende verwering door opheffing en door indringend meteorisch water;
4. (biologie) opvatting die de ontwikkeling (➝ontogenie) ziet als het resultaat van het geleidelijk ontstaan van nieuwe eigenschappen door wisselwerkingen binnen het embryo en met de omgeving, ➝preformatie.