Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Eoceen

betekenis & definitie

[Gr. eoos, dageraad, kainos, nieuw], in de geologie benaming voor een serie in het Oud-Tertiair of Paleogeen. Het Eoceen is in 1833 door C.

Lyell voorgesteld als ‘etage’ op grond van het voorkomen van fossielen, dat erop duidde dat het leven in het eocene tijdvak op de huidige fauna en flora begon te lijken. Het klassieke voorkomen van eocene gesteentelagen is de omgeving van Parijs, met als belangrijkste etage het Lutétien. Kenmerkende fossielen zijn vooral de muntstenen of Nummulieten, die op tal van plaatsen in Noord-Frankrijk, België en in het zuiden van Groot-Brittannië gevonden worden. Bekende afzettingen uit het Eoceen zijn; het gips van Montmartre; de kalkstenen rondom Parijs, waaruit een belangrijk deel van de openbare gebouwen van Parijs zijn opgetrokken; de stenen waaruit de grote piramiden van Giza zijn opgebouwd, de bruinkool rond Berlijn en Leipzig. In België is uit het Eoceen m.n. het Zand van Brussel bekend.

< >