(enterde, heeft geënterd),
1. een vijandelijk schip aan boord klampen en beklimmen om het te veroveren; ook absoluut;
2. in het want klimmen;
3. (fig.) aanklampen, aanhouden.
In de vroegere oorlogvoering ter zee bestond de gewoonte een schip te enteren: het ene schip trachtte bij het andere langszij te komen, waarbij enterdreggen en -haken werden uitgeworpen, om de schepen stevig aan elkaar te verbinden, waarop de strijd op de dekken en in de tuigage werd uitgevochten. Met enterbijlen werd de tuigage van de vijand gekapt, om diens schip stuurloos te maken.