Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie Z
- Zigeuners
- zigeunervogel
- zigzag
- zigzageg
- zigzaggen
- zigzagmachine
- zigzagsgewijs (zigzagsgewijze)
- zigzagvlinder
- zij (vn,zn)
- zij (zijde)
- zijaanleg
- zijaltaar
- zijband
- zijbeuk
- zijd
- zijde, zij (kant)
- zijde, zij (weefsel)
- zijdeaap
- zijdebast
- zijdebijen
- zijdebijter
- zijdebil
- zijdehaspel
- zijdekapok
- zijdelijm
- zijdelings (zijlings)
- zijdelingse vordering
- zijdemolen
- zijden
- zijdepapier
- zijdeplant
- zijderups
- zijdespinnerij
- zijdestof
- zijdeur
- zijdevlinder
- zijdevloei
- Zijdeweg
- zijdeworm
- zijdgeweer
- zijgang
- zijgen
- zijig
- zijje
- zijkant
- zijketen
- zijkipper
- zijl (waterlozing)
- Zijl, Lambertus
- zijlijn
- zijlijnorganen
- zijlijnsysteem
- zijlijnzintuigen
- zijlings
- zijlinie
- zijlosser
- Zijlstra (Jelle)
- Zijlstra-norm
- zijlvestenij
- zijn
- Zijn , werkwoord
- zijnent, te (ten)
- zijnentwege
- zijnsleer
- zijp
- zijpad
- Zijpe
- zijpelen
- zijrivier
- zijspan
- zijspoor
- zijstraat
- zijstuk
- zijtak
- zijtje
- zijtrawler
- zijwaarts
- zijweg
- zijzwaard
- Zikken (Zwany (Aya))
- zikkoerrat
- Zilahy (Lajos)
- Zilcher (Hermann Karl Josef)
- Zilcken (Charles Louis Philip)
- Zillebeke
- Zilliacus, (Gustaf Emil)
- zilt
- zilver
- zilverachtig
- zilverbon
- zilverboom
- zilverbraam
- zilverbromide
- zilverchloride
- zilverchlorobromidepapier
- zilvercyanide
- zilverden
- zilverdistel
- zilverdraad
- zilveren