[Fr. Laatlat. enclavare, insluiten], v./m. (-s),
1. een deel van het staatsgebied dat op zodanige wijze door het gebied van een andere staat wordt omsloten dat de verbindingen met het land waartoe het behoort, slechts kunnen plaatsvinden over vreemd staatsgebied;
2. stuk grond dat geheel door andermans eigendom is ingesloten.
Bestaande enclaven zijn o.a.: Baarle-Hertog (Belg. enclave in Ned. gebied), Baarle-Nassau (ten dele Belg. enclave in Ned. gebied), Büsingen en Verenahof (Duitse enclaves in Zwitsers gebied), Campione (Italiaanse enclave in Zwitsers gebied) en Llivia (Spaanse enclave in Frans gebied). Het recht van doortocht van moederland naar enclave is geregeld bij verdrag of gebaseerd op de lokale gewoonte.
LITT. F.E. Krenz, Intern. enclaves and rights of passage (1961).