Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Emmen (drente)

betekenis & definitie

Ned. gemeente in het zuidoosten van de prov. Drenthe, grenzend aan de BRD, 285,40 km2 (een van de grootste gemeenten in Nederland), 86500 inw.; 30 % n.h., 22 % r.k., 11 % geref., 8 % overige, 29 % g. kerkg.

De gemeente Emmen omvat de dorpen Barger-Compascuum (met het Veenmuseumdorp ‘ ’t Aole Compas’), Barger-Erfscheidenveen, Barger-Oosterveen, Barger-Oosterveld, Emmen, Emmer-Compascuum, Emmer-Erfscheidenveen, Emmerschans, Erica, Klazienaveen, Munsterscheveld, Nieuw-Amsterdam, Nieuw-Dordrecht, Nieuw-Weerdinge, Noordbarge, Roswinkel, Weerdinge, Zwartemeer en een aantal gehuchten. Emmen bestaat in het westen uit diluviaal zand (met gemengde bedrijven) met heuvels (de Hondsrug bereikt hier zijn hoogste punt, ca. 30 m); het grootste deel is hoogveen en afgegraven hoogveen (dalgrond met akkerbouw). Het veen is bijna geheel af gegraven; het percentage veenarbeiders en landbouwers is sterk gedaald. Na 1945 werden de bestaande bedrijven (confectie, machines) uitgebreid en tal van nieuwe bedrijven gevestigd (ca. 11500 personen in ca. 65 bedrijven). De onderwijsmogelijkheden zijn in belangrijke mate uitgebreid door de sterke groei van Emmen. Als woonplaats is het dorp Emmen door zijn rijke natuurschoon (o.a.

Emmerdennen) en door zijn andere recreatiemogelijkheden zeer aantrekkelijk. De ned.-hervormde kerk (1856) heeft een toren uit de 13e eeuw; het verdedigingswerk ‘Emmerschans’ is uit 1594 (in 1800 vergroot en vernieuwd). Door het zowel kwalitatief als kwantitatief groeiend verzorgend apparaat wordt het dorp Emmen voor een groeiend gebied verzorgingscentrum. De groentenen fruitveiling in Nieuw-Amsterdam krijgt door het groeiende tuinbouwcentrum in Klazienaveen en Erica een steeds grotere betekenis.

GESCHIEDENIS

Emmen (Embini, Emme of Empne) is blijkens de vele hunebedden (het enige langgraf in Nederland op de Schimmer Es en die in het Emmerveld, de Westenesch, de Emmeres en de Emmerdennen), de uitgebreide protosaksische grafvelden en de veenbruggen een zeer oude nederzetting. Het wordt het eerst genoemd in een oorkonde van 1137, waaruit blijkt, dat het geen zelfstandige parochie was.

In 1228 werd Emmen met omliggende gehuchten verwoest door een leger van de Utrechtse bisschop Willebrand (1227-33). In de Franse tijd (1795—1814) werd Emmen enkele malen geplunderd.

LITT. Emmen en Zuidoost-Drente (1940); P.E. Kraemer en J.Havermann, Het nieuwe Emmen (1954).

< >