Mihail, eigenlijk: Mihail Eminovici, Roemeens dichter, *15.1.1850 Botoşani of Ipoteşti (Moldavië), ♱15.6.1889 Boekarest. In zijn jeugd trok Eminescu met een toneelgezelschap door het land, hetgeen hem een grote kennis van de Roemeense dialecten en gebruiken opleverde.
Van 1869-74 studeerde hij filosofie en rechten in Wenen en in Berlijn. In 1877 werd hij redacteur bij het conservatieve dagblad Timpul (De Tijd). Sedert 1883 verbleef Eminescu meestal in krankzinnigeninrichtingen. In 1870 publiceerde Eminescu in Convorbiri Literare, het tijdschrift van het litteraire genootschap Junimea, een aantal gedichten die grote indruk maakten. In veel opzichten sluit Eminescu’s werk aan bij dat van Duitse romantische dichters en filosofen zoals Fichte, Novalis enLenau. In zijn satirische gedichten en meer nog in zijn dagbladartikelen komen zijn felle afkeer van de democratische vernieuwers en zijn verheerlijking van het verleden tot uiting; beide leidden tot het propageren van vreemdelingenhaat.
Als schepper van een authentieke Roemeense poëtische traditie en taal is Eminescu’s invloed tot ver in de 20e eeuw merkbaar. Door zijn taalbehandeling en door de harmonie en muzikaliteit van zijn verzen wordt Eminescu beschouwd als een van de grote dichters van Europa.
Werken: novelle: Sărmanul Dionis (1872; De arme Adonis); poëzie: Luccăfarul (1883; De avondster), Mai am un singur dor (1883; Ik heb nog één verlangen). Uitgaven: Opere (6dln. 1939-63);Proza literară, door E.Simion en F.Şuteu (1964); Poëzie, door D.Murăraşu (1970—72).
LITT. A.Guillermou, La genèse inférieure des poésies d’Eminescu (1962); G.Călinescu, Das Leben M.Eminescu’s (1967); I.Tohăneanu, Expresia artistică eminesciană (1975).