Ralph Waldo, Amerikaans dichter en filosoof, *25.5.1803 Boston, †27.4.1882 Concord. Emerson studeerde theologie aan de Harvard universiteit en werd unitarisch predikant te Boston, waar zijn onconventionele preken sterk de aandacht trokken.
Hij trad in 1832 af als predikant en wijdde zich daarna aan de poëzie en de filosofie. Gedurende een verblijf in Engeland ontmoette Emerson de Engelse filosoof Carlyle, wiens invloed, samen met die van Coleridge en Kant, doorwerkte in zijn transcendentalisme (zie transcendentaal), dat van grote betekenis was voor het geestelijk leven in New England. Als pantheïst geloofde Emerson dat de ziel een bewuste vorm is van de kracht die onbewust in de natuur heerst en een deel vormt van God; zijn antropologie was vooral gericht op de vrije ontplooiing van de persoonlijkheid. Emerson werd vooral bekend door zijn lezingen, waarvan zijn essays omgewerkte versies zijn. In zijn poëzie domineert gewoonlijk het intellectuele over het emotionele en blijkt vaak een onvoldoende beheersing van metrische vormen.
Werken: Nature (1863), The American scholar (1837), Essays (2 dln. 1841-44), Poems (1847), Representative men (1850), The conduct of life (1860), Selected poems (1876).
Uitgaven: Journals of R.W. Emerson, door W. Emerson en W.E. Forbes (10 din. 1909-14); Letters of R.W. Emerson, door R.L. Rusk (1939); M.M.
Sealts, The journals and miscellaneous notebooks of R.W. Emerson 1847-48 (1973).
LITT. B. Perry, Emerson today (1931); K.W. Cameron, Emerson the essayist (1945); R.L. Rusk, Life of R.W. Emerson (1949); S.
Whicher, Freedom and fate (1953); J. Bishop, Emerson on the soul (1964); E. Wagenknecht, R.W. Emerson (1974); L. Buell, Literary transcendentalism (1975).