[Lat.],
I. bn., rustend (van geestelijken en hoogleraren), zijn ambt wegens leeftijd neergelegd hebbend: een emeritus predikant;
II. zn., m. (-ti), hij die zijn emeritaat heeft: hij is al lang emeritus.
Gepubliceerd op 27-08-2021
betekenis & definitie
[Lat.],
I. bn., rustend (van geestelijken en hoogleraren), zijn ambt wegens leeftijd neergelegd hebbend: een emeritus predikant;
II. zn., m. (-ti), hij die zijn emeritaat heeft: hij is al lang emeritus.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: