Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Embryologie

betekenis & definitie

v., leer van de ontwikkeling van de organismen.

Oorspronkelijk een uitsluitend beschrijvende tak van de biologie, is de embryologie in de 20e eeuw uitgegroeid tot een veelomvattende fundamentele wetenschap, de ontwikkelingsbiologie, die o.a. ook de regeneratieverschijnselen omvat. Dit is te danken aan de invoering van het experiment (W. Roux, H. Spemann e.a.) en aan de steeds toenemende toepassing van chemische en fysische methoden van analyse.

De experimentele embryologie, ook ontwikkelingsfysiologie genoemd, tracht door ingrijpen in de normale ontwikkeling deze te beïnvloeden en uit de optredende afwijkingen conclusies te trekken aangaande de causale factoren van de normale ontwikkeling. Tot de meest gebruikte experimentele methoden behoren: verwijdering of transplantatie van delen van het embryo, isolatie van delen (eventueel met gebruikmaking van kweekvloeistoffen die het inwendig milieu van het embryo nabootsen), lokale beschadiging door bestraling, verstoring van de cytoplasmastructuur door centrifugatie, verstoring van stofwisselingsprocessen door chemische behandeling. Voor dergelijke experimenten lenen zich vooral de eieren en embryo’s van zeeëgels, insekten, amfibieën en vogels, in de laatste tijd ook planten. De experimentele embryologie is ook van groot belang voor de leer van de aangeboren misvormingen.

LITT. C.P. Raven, An outline of developmental physiology (3e dr. 1966).

< >