Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Emaciatie

betekenis & definitie

[Lat. macerare, uitmergelen], v., toestand van extreme vermagering, email' (emaille) [Fr.], o.,

1. tinglazuur, glasachtige ondoorzichtige massa, in een dunne laag aangebracht ter bedekking of versiering (brandverf) van voorwerpen;
2. met tinglazuur bedekte stof: die pannen zijn van emaciatie;
3. glazuur op de tanden;
4. (kunst)voorwerpen van of met email: aardewerk en emaciatie;
5. (heraldiek) naam voor de heraldische hoofdkleuren keel (rood), azuur (blauw), sabel (zwart) en sinopel (groen);
6. (in zeer vrij gebruik) kleursel, kleurende laag.

TECHNIEK

Het emailleren van metalen voorwerpen (staal, aluminium) is vooreerst in de techniek van belang, waar men gebruiksvoorwerpen voorziet van een laag email. De voorwerpen worden daarbij eerst zorgvuldig blank geschuurd en daarna veelal nog chemisch gereinigd, om de oppervlakte geschikt te maken voor het opnemen van de emaillaag. De grondstoffen voor het email (vnl. kwarts, veldspaat, pijpaarde, potas en tal van metaaloxiden voor de kleuring) worden uiterst fijn gemalen, zo nodig zelfs geslibd en zorgvuldig gemengd. In het algemeen wordt het metaal eerst bedekt met een grondemail, bij de samenstelling waarvan in de allereerste plaats gelet wordt op het vermogen om goed aan het metaal te hechten. Ook wordt dit niet geheel volledig gesmolten, doch enigszins poreus gesinterd gehouden, waardoor meer speling bij de warmte-uitzetting mogelijk wordt en de kans op afspringen van het email wordt verminderd. Op dit grondemail wordt dan pas de definitieve deklaag aangebracht.

Een methode is om door de keuze van het email met uitzettingcoëfficiënten zeer nabij die van het metaal, het grondemail te ontgaan. De verhouding van de verschillende grondstoffen is van groot belang en meestal fabrieksgeheim. De mengsels worden òf in deegvorm op het voorwerp gebracht, òf opgestoven op het met gomwater bevochtigde artikel. Zo voorbereid worden de voorwerpen in moffelovens bij roodgloeihitte ingebrand. De emailgrondstoffen smelten daarbij tot een soort glas te zamen. Er zijn diverse speciale emailsoorten ontwikkeld, b.v. chemisch resistent email, hittevast email (raketmotoren e.d.), slagvast email (architectuur).

Behalve deze emailsoorten voor de grootindustrie zijn er nog talrijke kunstemailsoorten voor het beschilderen van edele en half-edele metalen. Zij bestaan eveneens uit zeer gemakkelijk smeltende glassoorten, of mengsels, die daarin bij verhitting overgaan. Steeds moeten zij in moffelovens worden ‘ingebrand’.

KUNSTGESCHIEDENIS

De emailkunst is zeer oud. Men gebruikte als materiaal en bevestigingsmiddel voor de kleurstoffen op metaal eerst hars (bronstijd), later (van de archaïsch-Griekse tijd af) de gekleurde glassoorten direct, waarmee men soms een ondergrond van goudblik geheel overtrok. Rood email vindt men vooral in de nederzettingen van de La Tène-cultuur en in Gallië. Meestal echter werden uitgestoken holten gevuld, een werkwijze die ook reeds in Oudegyptische tijd voorkwam. Laatstgenoemd procédé bleef gedurende de gehele Romeinse Keizertijd in gebruik. In het Westen verdween tijdens de grote volksverhuizing het email bijna geheel.

Een regelmatige ontwikkeling van de emailschilderkunst begint pas in de Byzantijnse kunst. Men maakte daarbij meestal gebruik van de techniek van het cloisonné. Na ca.1000 werd in West-Europa het zgn. champlevé gebruikelijker. Deze techniek werd in de 12e en 13e eeuw toegepast, vooral in Keulen, Trier, de Maasstreek en Limoges; daarnaast paste men ook steeds de cloisonnétechniek toe. Vooral kerkelijke voorwerpen zoals altaren, kruisen, reliekhouders en boekbanden werden met email versierd. Limoges kreeg in de 16e eeuw grote vermaardheid met zgn. geschilderd email (émail peint), vaak op een doorschijnende deklaag opgebracht met het penseel in verschillende lagen.

Het inbakken geschiedde laag voor laag. Ook werden technieken toegepast waarbij het email transparant bleef; men kende sinds de 14e eeuw, vooral in Italië, het émail en creux, waarbij het doorzichtig email werd gehecht op een zilveren of gouden plaat met versiering in laagreliëf. Het émail de ronde bosse, waarbij het doorschijnend email op hoogreliëf werd aangebracht, kwam in de renaissance in gebruik. In de 18e eeuw werden o.m. luxedoosjes (snuifdozen e.d.) met miniatuurportretjes in email uitgevoerd.

LITT. J.J. Marquet de Vasselot, Émaux Iimousins, 15me siècle (1921); P. Debo, Email, Kunstformen und Technik (1922); W. Burger, Abendland. Schmelzarbeiten (1930); H.

Rupp, Die Herkunft der Zelleneinlage (1937); V. Hackenbroch, Ital. Email des Mittelalters (1938); M.M. Gauthier, Émaux Iimousins champlevés des 12me-14me siècles (1950); C. Hasenohr, Email (1955); K. Wessel, Die byzant.

Emailkunst vom 5. bis 13. Jahrh. (1967).

< >