Noors schrijver en litteratuur-historicus, *17.3.1881, Trondheim, †6.11.1947 Oslo; zoon van Kristian M. Elster.
Elsters romans hebben als voornaamste motief de verhouding tussen individu en maatschappij, kapitalisme en industrialisme, en de ontbinding van de oude ambtenarenstand. Voorts schreef hij novellen, essays en een belangrijke litteratuurgeschiedenis (1924).
Werken: romans: Av skyggernes slœgt (1919; Ned. vert. Het leven geeft en neemt, 1930), Bonde Vejrskjœg (1930, Boer Vejrskjæg), Fra paradisets have (1945; Ned. vert. Uit de paradijstuin, 1948). Uitgave: Samlede Verker (6 dln. 1945).