(werktuigbouwkunde) element voor het overbruggen van een draaiende beweging van een as, waarvan de hoofdelementen na het inschakelen elektromagnetisch met elkaar gekoppeld worden. De magneetspoel is ondergebracht in de vaste koppelingshelft op de drijvende as; de gelijkstroom (24 V) wordt via sleepringen toegevoerd.
Na bekrachtiging van de spoel wordt de ‘vrije’ koppelingshelft (b.v. verschuifbaar over de gedreven as of uitgevoerd als tandwiel) aangetrokken en wordt het koppel overgebracht b.v.
1. door op beide delen radiaal aangebrachte tanden die dan in elkaar grijpen;
2. door axiaal aangedrukte lamellen, die wrijvingsvlakken vormen.