(ook: elektrodynamisch remmen), het bij elektrische of dieselelektrische tractie uitoefenen van remkracht door de elektrische aandrijfmotoren als generator te laten werken; hierbij wordt de kinetische energie van de trein omgezet in elektrische energie; aan de motorassen wordt een tegenwerkend koppel ontwikkeld. De op deze wijze opgewekte elektrische energie kan teruggevoerd worden naar het voedende net (zgn. recuperatie; uiteraard niet bij dieselelektrische tractie) of kan in weerstanden in warmte worden omgezet (in elektrische trams; gewoonlijk worden de aanzetweerstanden dan tevens als remweerstanden gebruikt).
Soms wordt de warmte benut voor interieurverwarming. Voordelen van elektrisch remmen zijn de verminderde slijtage van wielbanden en spoorstaven en, bij spoorwegen, het belangrijk kleinere verbruik van remblokken. Door het elektrisch remmen worden de tractiemotoren zwaarder belast, terwijl (vooral bij recuperatie) de tractieïnstallatie gecompliceerder en omvangrijker is, hetgeen in nieuwere installaties, die o.m. gebruik maken van thyristoren, in mindere mate het geval is. Voorts is de elektrische rem onontbeerlijk om bij de groter wordende treinsnelheden (160-300 km/h) de remafstanden binnen redelijke proporties te houden. Elektrisch remmen met recuperatie wordt vooral toegepast op lijnen in bergstreken: bij het afdalen van lange hellingen kan de recuperatierem voordelig zijn, vooropgesteld dat het net de teruggewonnen energie kan opnemen. Een af dalende beladen ertstrein b.v. kan op deze wijze de energie leveren voor een klimmende lege trein. Bij ondergrondse spoorwegen, waar het vaak moeite kost de tunneltemperatuur dragelijk te houden, hoopt men door recuperatie de warmteontwikkeling in de tunnels te beperken.
Andere remsystemen waarbij elektriciteit te pas komt, zijn de elektropneumatische rem, de elektromagnetische (rail)rem en de wervelstroomrem.