Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Ejecteur (ejector)

betekenis & definitie

m. (-s),

1. (ook: uitwerper), deel van een mechanisme dat een werkstuk uit een matrijs werpt of bij vuurwapens de huls uit de kamer werpt na het openen van de grendel of het sluitstuk;
2. toestel om door middel van een gasof vloeistofstraal gas of vloeistof weg te zuigen .

Stoom-ejecteurs (afb.) worden bij condensors van turbine-installaties gebruikt om de grote hoeveelheden lucht af te voeren die bij het condenseren van de afgewerkte stoom ontstaan. De grote snelheid van de stoom in de vernauwing van de venturi veroorzaakt een vacuüm ervoor; door de vorm van de straalpijp resulteert de kinetische energie in een drukverhoging van het uitstromende lucht-stoommengsel. De dampstraalpomp is ook een ejecteur.

< >