m. (-s),
1. vrucht van de eik ;
2. deel van de penis en van de clitoris .
ANATOMIE’
De eikel (glans) is het voorste verdikte einde van de zwellichamen van de penis of van de clitoris. Daar dit gedeelte bij de vrouw zeer klein is, wordt gewoonlijk onder eikel alleen het voorste gedeelte aan de penis verstaan. In nieterectiele (de gewone verslapte) toestand van de penis wordt de eikel bedekt door de voorhuid (preputium).
HERALDIEK
De eikel komt als wapenembleem veel voor bij Friese boerengeslachten en zou kunnen wijzen op een specifiek bosbezit aanduidende functie. Doorgaans wordt de eikel in dop weergegeven, soms bovendien nog voorzien van 2 of 3 eikebladeren.
