[Lat. effundere, uitgieten], v. (-s),
1. de vrije uitstroming door een kleine opening van een gas uit een vat opgesteld in een geëvacueerde ruimte ;
2. naar buiten komen en uitstromen over het aardoppervlak van vloeibaar magma, dat door stolling effusiegesteenten of uitvloeiingsgesteenten vormt.
De hoeveelheid gas die per tijdseenheid uit een vat door effusie ontsnapt is onafhankelijk van de druk van het gas, maar wel evenredig met de wortel uit de absolute temperatuur. Met de effusie van een gas in vacuüm kunnen theoretisch berekende moleculaire snelheden experimenteel worden geverifieerd.