[Lat.], v., beeltenis; in effigie, in beeltenis; een veroordeelde in effigie verbranden, ophangen, hem deze straffen in beeltenis doen ondergaan.
De effigie was eertijds een houten of wassen pop, die slechts in ruwe trekken enige gelijkenis vertoonde met de afgebeelde. Het ging hierbij om een representatie van de afgebeelde. Zo werd sinds de middeleeuwen dikwijls ter gelegenheid van een gelofte een effigie van een vorstelijk persoon voor het altaar geplaatst. Wanneer een vorst gestorven was, werd niet zelden een effigie 40 dagen of één maand op een praalbed gelegd om zijn aanwezigheid te symboliseren. Volgens o.a. het Franse recht werd van bij verstek veroordeelden een effigie gestraft.