v.,
1. toestand van zonder gezelschap zijn, zich verlaten voelen ; afzondering, stilte: de eenzaamheid zoeken;
2. verlatenheid;
3. eenzame plaats.
Het gevoel van eenzaamheid kan samenhangen met het aantal feitelijke sociale contacten dat een individu heeft; de afwezigheid van zulke contacten vormt echter geen onderdeel van het begrip eenzaamheid. Eenzaamheid komt in alle leeftijdsgroepen voor. Door het innemen van een bepaalde positie in de samenleving (b.v. ongehuwde volwassenen) kan echter de kans op eenzaamheid toenemen gezien de heersende opvattingen over sociale contacten. Ontstaan of toenemen van eenzaamheid wordt groter met het ouder worden; de kans neemt toe dat het aantal sociale contacten vermindert door overlijden van vrienden, familie en kennissen; tevens verminderen in de moderne samenleving door het ouder worden de sociale rollen (m.n. door pensionering en beperking van lichamelijke vermogens), hetgeen de kans op het gevoel geïsoleerd te zijn, doet toenemen.
LITT. J.Tunstall, Old and alone (1966); J.de JongGierveld, De ongehuwden (1969).