Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Eenhedenstelsel

betekenis & definitie

o. (-s), coherent systeem van eenheden voor natuurkundige grootheden.

Internationaal Stelsel van Eenheden, in alle talen aangeduid met de letters SI (Système International). Op 1.5.1973 is het SI als officieel eenhedenstelsel ingevoerd in de EG. Het stelsel berust op zeven grondeenheden, nl.: meter (m) voor lengte (l), kilogram (kg) voor massa (m), seconde (s) voor tijd (t), ampère (A) voor elektrische stroom (I),kelvin (K) voor temperatuur (T), candela (cd) voor lichtsterkte (I), en mol (mol) voor hoeveelheid stof (n). Wegens de eerste drie of vier grondeenheden heette het SI vóór 1960 MKSof MKSA-stelsel. Ook sprak men van Giorgi-stelsel. Verder mogen de radiaal (rad) voor vlakke hoek en de steradiaal (sr) voor ruimte hoek eventueel als grondeenheid worden opgevat.

Meestal stelt men echter rad en sr gelijk aan 1.Uit de grondeenheden worden talrijke andere eenheden afgeleid, zoals: vierkante meter (m2) voor oppervlakte (A), en meter per seconde (m/s) voor snelheid (v). In vele gevallen hebben de afgeleide eenheden een eigen naam (tabel). In het SI heeft men rationalisatie ingepast, wat betekent dat de factor 4π soms op andere plaatsen optreedt dan in de vroegere CGS-stelsels. B.v. de capaciteit van een vlakke condensator is nu C = εA/d (zonder 4π); de kracht tussen twee ladingen Q1 en Q2 is nu F = Q1Q2l(Aπεr2) (ε is de diëlektrische constante).

CGS-stelsel was het stelsel met de grondeenheden centimeter (cm), gram (g) en seconde (s). Afgeleide eenheden waren b.v. dyne (dyn = g·cm/s2) en erg (dyn·cm). Voor de elektriciteit en het magnetisme waren er talrijke varianten; de belangrijkste drie waren:

1. de elektrostatische eenheden (ese), waarbij de eenheid van lading via de kracht tussen twee ladingen was gedefinieerd. De diëlektrische constante van vacuüm was ε0 = 1 (F = Q1Q2/r2);
2. de elektromagnetische eenheden (eme), waarbij de eenheid van stroom via de kracht tussen geleiders was gedefinieerd. De permeabiliteit van vacuüm was μ0 = 1 (F = 2I1I2l/r);
3. het symmetrische stelsel of stelsel van Gauss, waarbij de elektrische grootheden elektrostatisch en de magnetische grootheden elektromagnetisch waren gedefinieerd. Het verband tussen C G S en SI vindt men in de tabel. Bij een grote nauwkeurigheid moeten in die tabel in plaats van de factoren 3 en 9 resp. de waarden 2,99792458 en het kwadraat daarvan gebruikt worden.

Technisch stelsel is het eenhedenstelsel met de grondeenheden meter voor lengte, kilogramkracht (kgf) voor kracht en seconde voor tijd. O.a. wegens de onpraktische eenheid van massa (nl. 9,80665 kg) is dit stelsel gedoemd te verdwijnen. LITT. Ned. normbladen: NEN 950 (het Internationaal Stelsel van Eenheden); NEN 1000 (regels voor het hanteren van het SI) en NEN 3049 (herleiding tot SI-eenheden);Belg. normbladen: NBN X02-001 (eenheden en symbolen) en NBN X02-002 (grootheden en symbolen); boek: J.Bosschaart, Grootheid = getal x eenheid (1975); CGS-stelsels: F. Kohlrausch, Praktische Physik (1968). eenhedenstelsel grootheid symbool vermenigvuldigingsfactor om de waarde in een CGS-stelsel om te zetten in een waarde in het SI SI-eenheid symbool elektrostatische elektromagnetische symmetrische CGS-eenheid CGS-eenheid CGS-eenheid lengte l 0,01 0,01 0,01 meter m tijd t 1 1 1 seconde s massa m 0,001 0,001 0,001 kilogram kg oppervlak A 10-4 10-4 10-4 m2 volume V 10-6 10-6 10-6 m3 kracht F 10-5 10-5 10-5 newton N (1N = 1 kg·m/s2)

energie E, W 10-7 10-7 10-7 joule J (1J = N·m)

druk p 0,1 0,1 0,1 pascal Pa (1Pa = 1N/m2)

viscositeit η 0,1 0,1 0,1 Pa·s elektrische

- lading Q 10-9/3 10 10-9/3 coulomb C
- stroom I 10-9/3 10 10-9/3 V/m
- veldsterkte E 30000 10-6 30000
- verplaatsing D 10-5/12TT 10/4TT -5 TT C/m2
- potentiaal V 300 10-8 300 volt V
- weerstand R 9 x IO11 10-9 9 x 1011 ohm Ω (1Ω =1 V/A)

magnetische

- veldsterkte H 10-7/12TT 103/4TT 103/4TT A/m
- inductie B 3 X 106 10-4 10-4 tesla T (1T = 1Wb/m2)
- flux ɸ 300 10-8 10-8 weber Wb (lWb =1 V·s)

capaciteit C 1O-11/9 10-9 10-11/9 farad F (1F = 1C/V)

zelfinductie L 9 X 1O11 10-9 9 X 1011 henry H (1H = lWb/A).

< >