o. (-s), orgel dat per oktaaf 31 toetsen telt.
De toetsen van het eenendertigtoonsorgel corresponderen met de in de 17e eeuw door C.Huygens berekende 31-toonstemming: een evenredig zwevende stemming waarbij de opvolgende toonafstanden (zgn. diëzen) een factor 3½ uiteen liggen (ca. ⅓ halve toon). Met dit orgel zijn de reine (‘zarlinische’) toonladders en harmonieën aanzienlijk accurater te realiseren dan in de gewone 12-delig getempereerde stemming, met behoud bovendien van een volkomen modulatievrijheid. De claviatuur van het eenendertigtoonsorgel is natuurlijk vrij gecompliceerd. Op aanwijzingen van de Delftse hoogleraar A.D.Fokker werd door de orgelbouwer B. Pels in 1950 een eenendertigtoonsorgel gebouwd, dat een plaats kreeg in het Teylers Museum te Haarlem. De Ned. componist H.Badings heeft muziek in de 31-toonstemming geschreven.
LITT. A.D.Fokker, New music with 31 tones (1966).