Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Eenden

betekenis & definitie

v./m. (mv.), vogelfamilie.

De eenden, Anatidae, behoren tot de orde eendachtigen, en omvatten 43 geslachten en 147 soorten. Het zijn watervogels met een meestal afgeplatte en stompe snavel, die bijna geheel bekleed is met een zachte huid. Op de randen van de beide snavelhelften staan kleine, overdwarse plaatjes. Deze vormen, als de bek dicht is, een zeef, waartussen het opgenomen water wegloopt, maar die de voedseldeeltjes tegenhoudt. De relatief korte poten hebben elk vier tenen, waarvan de drie voorste door zwemvliezen zijn verbonden. Bij vele soorten dragen de mannetjes (woerden) in de nazomer een onopvallend kleed (‘eclipskleed’), dat veel lijkt op dat van vrouwtjes (eenden) en jonge vogels.

Eenden broeden zowel bij zoet als zoutwater; soms in holle bomen. Het legsel bestaat uit 5—15 ongevlekte eieren, die wit, groen of bruinachtig zijn. De jongen, die bedekt zijn met een dikke donslaag, verlaten het nest spoedig na het uitkomen uit de eieren (zgn. nestvlieders). Het voedsel bestaat uit planten en dieren.

Men onderscheidt drie onderfamilies: de Anseranatinae (met één soort, de afwijkende en primitieve Anseranas semipalmata uit Australië), de Anserinae (zie hoorneend, gans, zeegans en zwaan), en de Anatinae (resterende geslachten), zie duikeend, eidereenden, pronkeenden, stekelstaarteend, zeeëenden en zwemeenden (waartoe de wilde en tamme eend behoren).

< >