Schotse stad, hoofdstad van Schotland, op de zuidoever van de Firth of Forth, 129,6 km2, 450000 inw. Edinburgh, tweede stad van Schotland, is m.n. een economisch centrum.
Er is een aantal industrieën: papierfabricage, uitgeverijen, drukkerijen, brouwerijen, destilleerderijen, chemische nijverheid en voedingsmiddelenindustrie, textiel.De handel loopt m.n. via de havens Leith en Granton. De stad is zetel van de Bank of Scotland en van de Supreme Law Court. Wetenschappelijke instellingen en musea:, de Royal National Observatory bij Blackford Hill, de Scottish National Portrait Gallery, de National Gallery (schilderijen), de Royal Institution, de Royal Museum of Art and Science en de Royal Scottish Academy. Verder zijn er diverse theaters en concertzalen. Sinds 1947 is er het jaarlijkse Festival of Music and Drama.De kern van Edinburgh wordt gevormd door het gedeelte tussen de heuvels Arthur’s Seat (240 m) met aan de westzijde de rotsbrug Salisbury Crags en Castle Hill (127 m). Aan de westkant van Arthur’s Seat bevindt zich Holyrood Palace (op de plaats van een 12e-eeuwse abdij, waarvan alleen nog Holyrood Chapel over is; het paleis dateert grotendeels uit de 2e helft van de 17e eeuw met enkele oudere gedeelten).
In het oude gedeelte van Edinburgh vindt men nog vele stegen (closes of wynds); hier staan Saint Giles’ Church (de oudste parochiekerk van Schotland; 15e eeuw, gerestaureerd 1871—83; sierlijke kansel); het vroegere parlementsgebouw, thans zetel van de Supreme Law Court met National Library (2,2 mln. dln.). In de Assembly Hall (bij Castle Hill) vindt jaarlijks de synode van de Schotse Kerk plaats. In het zuidoosten van de oude stad ligt de oude universiteit (gesticht 1583, gebouwd 1789 vlg.). Op de heuvel verheft zich het Castle; het oudste gedeelte, Saint Margaret’s Chapel, stamt uit de 12e eeuw; de Schotse kroonjuwelen worden bewaard in de Crown Room; verder zijn er de vroegere vertrekken van Maria Stuart en de Old Parliament Hall. Ten westen van de oude stad ligt de uitbreiding uit de 18e en 19e eeuw met elkaar loodrecht snijdende straten, van de oude stad gescheiden door parken.
GESCHIEDENIS
Edinburgh dankt zijn naam aan koning Edwin van Northumbria, die begin 7e eeuw Edwins Burg aanlegde op de rots waarop nu Edinburgh Castle ligt. Hoewel de stad reeds vanaf de 11e eeuw residentie van de Schotse koningen was, werd zij pas medio 15e eeuw ommuurd. In die tijd werd zij de hoofdstad van Schotland.
Sinds 1436 vergaderde het Schotse parlement doorgaans te Edinburgh. In 1583 werd er de universiteit opgericht. De troonsbestijging van Jacobus VI in Engeland (1603) deed Edinburgh veel van zijn betekenis verliezen. De heropbloei van de stad dateert uit de tweede helft van de 18e eeuw.
LITT. A.Linklater, Edinburgh (1960); A.J.Youngson, The making of classical Edinburgh (1967).
