Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Edictum

betekenis & definitie

[Lat. edicere, bekend maken], o. (-ta), in het Romeinse Rijk bekendmaking door magistraten.

De magistraten hadden de bevoegdheid om aan het begin van hun ambtsjaar in het openbaar aan het volk de grondslagen van hun bestuur en rechtspraak bekend te maken (ius edicendi). Deugdelijk gebleken regelingen van voorgangers plachten te worden overgenomen (edicta translaticia); nieuwe bepalingen konden jaarlijks worden toegevoegd.

Zo vaardigden te Rome de praetores en aediles curules (zie aediles) een edict uit betreffende hun iurisdictio; de stadhouders en quaestores deden dit in de provincies. De edicten zijn het bij uitstek geschikte, snel functionerende middel geweest tot ogenblikkelijke bevrediging der behoeften van het rechtsleven. In de keizertijd hebben de magistraten nauwelijks nog gebruik gemaakt van hun bevoegdheid om edicten uit te vaardigen, aangezien voor de rechtsvorming toen het accent op de princeps lag. Formeel echter behielden de magistraten hun ius edicendi. Ca.130 n.C. werden in opdracht van keizer Hadrianus het edict der praetoren door Salvius Iulianus op enkele plaatsen herzien, en opnieuw geredigeerd. De door hem vastgestelde tekst (edictum perpetuum) werd bij senaatsbesluit wettelijk bekrachtigd. De magistraten werd na deze afsluiting van het IUS honorarium de bevoegdheid ontnomen om nog rechtsscheppend op te treden.

LITT. O.Lenal, Edictum perpetuum (2e dr. 1927); L.Wenger, Die Quellen des röm. Rechts (1953).

< >