Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

eczeem' (ekseem)

betekenis & definitie

[Gr. ekseio, afdrijven], o. (-zemen), jeukende huidziekte.

DIERGENEESKUNDE. Bij huisdieren is eczeem van verreweg de grootste betekenis bij de hond, waarbij alle vormen van eczeem dikwijls worden waargenomen; bij andere huisdieren ziet men voornamelijk bijzondere vormen van eczeem. Bij het paard wordt niet zelden plaatselijk eczeem waargenomen in de kootholten (mok). GENEESKUNDE. Eczeem, eczema, is gekenmerkt door het naast of na elkaar voorkomen van meerdere elementaire efflorescenties. Eczeem is meestal chronisch en gaat gewoonlijk gepaard met jeuk. Eczeem is een ontsteking, hoofdzakelijk in de opperhuid. Hier treedt vocht op tussen de cellen, waardoor puistjes, blaasjes, vochtafscheiding en korsten ontstaan. De normale verhoorning van de huid wordt gestoord, waardoor zich schilfering ontwikkelt.

In de lederhuid bestaat enige vaatverwijding met hieromheen ophoping van lymfocyten. Eczeem wordt soms voorafgegaan door een acuut voorstadium, dermatitis, gekenmerkt door roodheid met zwelling.

De algemeen heersende opvatting dat eczeem een manifestatie is van een inwendig lijden en dat daarom behandeling ervan niet gewenst is, is zeker onjuist. Eczeem treedt op door het samengaan van minstens twee factoren: de constitutie en de verwekkende factor. Deze verwekkende factoren kunnen velerlei zijn, b.v. chemisch (etsing), fysisch (zonlicht, röntgenstraling), allergisch (contact-eczeem, constitutioneel eczeem, endogeen eczeem), de inwerking van schimmels op de huid (mycotisch eczeem). De eczemen worden onderverdeeld in:

1.Parasitair eczeem. Deze vorm is klinisch gekenmerkt door randactiviteit, groei naar de periferie, centrale genezing en een grillige vorm met ‘eilandjes voor de kust’, kleine eczeemhaardjes buiten de grotere moederhaard.
2.Endogeen eczeem, een bij atopie voorkomend eczeem aan handpalmen en/of voetzolen.
3.Constitutioneel eczeem, komt eveneens bij atopie voor. Het bevindt zich bij volwassenen aan de buigplooien van ellebogen en knieën, bij kinderen aan het gelaat; dit laatste is bekend onder de volksnaam ‘dauwworm’.
4. Chronisch eczeem, een voornamelijk aan handruggen voorkomend eczeem, dikwijls veroorzaakt door een overgevoeligheid voor chroom of nikkel.
5.Contact-eczeem. Dit ziet men daar waar de huid dun is, b.v. aan handruggen, in het gelaat en aan de genitalia. Hoewel vrijwel iedere substantie een contact-eczeem kan verwekken, zijn enkele zeer berucht, b.v. terpentijn, dinitrochloorbenzeen, kinine, penicilline, sulfapreparaten, primula, chrysant. Overgevoeligheid treedt pas op na enkele weken omgang met deze substanties, soms zelfs veel later (sensibilisatie). Vaak blijft zo’n overgevoeligheid het gehele leven bestaan. Beroepseczeem treedt b.v. op bij galvaniseurs (chromaat of nikkel), bakkers (chemicaliën in het meel), metselaars (‘cementschurft’ door sporen chromaat in cement).
D.m.v. een lapjesproef kan men de overgevoeligheid aantonen.

Gezien de verscheidenheid van eczeem is het uitgesloten om één behandeling voor alle soorten voor te schrijven. Indien mogelijk dient de oorzaak te worden opgespoord. Bij contact-eczeem moet het contact met de schadelijke substantie worden gemeden, het zgn. harden tegen dergelijke invloeden gelukt vrijwel nooit. Bij het mycotisch eczeem dient de infectie te worden bestreden. Constitutioneel eczeem is zeer moeilijk te behandelen, corticosteroïdzalven, teerpreparaten en verandering van omgeving hebben vaak succes. Het moeilijkst zijn de chronische eczemen te behandelen.

< >