[Lat., ontsnapping van een zekere gevangene], een Latijns dierenepos dat ca. 1040 n. C. gedateerd wordt en door een jonge monnik van de abdij Saint-Evre te Toul moet zijn gedicht.
Deze zou dat uit boete hebben gedaan omdat hij tevoren was weggelopen om de strenge tucht. Het gedicht moet waarschijnlijk als een tegen de verwereldlijking van het kloosterwezen gerichte allegorie beschouwd worden.
Uitgaven: met Duitse vertaling door W. Trillitzsch (1964), met Engelse vertaling, door E.H. Zeydel (1966).