[Gr. enteron, ingewand], v., ziektebeeld dat al zeer lang bekend is en waarvan de frequente ontlasting met bloed en slijm het hoofdverschijnsel is.
Dysenterie komt overal voor, maar vooral in de tropen. Er zijn twee soorten dysenterie, de amoeben dysenterie (zie amoebiasis) en de bacillaire dysenterie. Deze laatste wordt veroorzaakt door verschillende bacteriesoorten, behorend tot het geslacht Shigella. Epidemieën van bacillaire dysenterie ontstaan daar waar vele mensen bijeen zijn en relatief slechte hygiënische omstandigheden heersen (b.v. legers, kampen, watersnood). De bacteriën leven in het darmkanaal van de mens. De infectie wordt overgebracht door besmetting met de ontlasting van patiënten.
Behalve door direct contact kan de ziekte worden verspreid door vliegen, die de bacteriën aan hun poten vastgekleefd kunnen overbrengen van ontlasting op voedsel. Behandeling van de bacillaire dysenterie geschiedt met sulfapreparaten en antibiotica.