o. (-eren), klein type rund.
Het dwergrund komt vooral in (West-)Afrika voor, onder namen als West African dwarf shorthorn, Lagoon-cattle, Baoulé, e.d. Door zijn afstamming van Bos taurus heeft het als belangrijkste eigenschap dat het bestand is tegen slaapziekte (zie nagana), evenals de n’dama. Dwergrunderen komen vooral voor in de regenrijke gebieden van Westen Centraal-Afrika. De schofthoogte bedraagt 0,90-1,10, het gewicht 180-220 kg. Dit type runderen vertoont ten opzichte van de grotere runderen afwijkende maatverhoudingen. Het dwergrund wordt vooral gekruist met zebu-rassen, om een groter en zwaarder dier te krijgen dat toch nog een zekere weerstand tegen slaapziekte heeft.