Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dwarsveldmachine

betekenis & definitie

v. (-s), (ook: tweetrapsversterkermachine), een gelijkstroommachine met twee stel borstels per poolpaar.

De polen van de dwarsveldmachine worden bekrachtigd met een stuurwikkeling, die aangesloten is op een onafhankelijke bron (of op de uitgangsklemmen). Wanneer het anker roteert, wordt door de stuurwikkeling een spanning geïnduceerd tussen de borstels QQ; het vermogen dat van QQ kan worden afgenomen is belangrijk groter dan het stuurvermogen (eerste trap van de versterker). De borstels QQ worden kortgesloten en veroorzaken een sterk dwarsveld, dat zich over de klokvormig uitgebouwde poolschoenen sluit . Dit dwarsveld induceert tussen de borstels AB een spanning. Van de borstels AB (tweede trap van de versterker) kan een belangrijk groter vermogen worden afgenomen dan van de eerste trap. De stroom over de borstels AB veroorzaakt een zgn. langsveld, dat het veld van de stuurwikkeling tegenwerkt (negatieve terugkoppeling). Er zal zich een evenwichtstoestand instellen bepaald door de grootte van de stroom door de stuurwikkeling.

Sluit men de stuurwikkeling aan op de uitgangsklemmen van de machine, dan levert de machine een constante stroom onafhankelijk van de draaiingsrichting van het anker en onafhankelijk van de omwentelingssnelheid. De spoelen onder de borstels AB commuteren niet in een veldvrije zone, bij de verdere ontwikkeling van de dwarsveldmachine heeft men daartoe de polen gesplitst, zie versterkermachine.

< >