o. (-en), het verschijnsel dat iemand een onweerstaanbare neiging voelt om iets te doen of aan iets bepaalds te denken, terwijl hij zich tegelijkertijd verzet tegen zo’n handeling of gedachte, omdat hij de absurditeit ervan inziet.
Als het dwangverschijnsel bestaat uit het niet los kunnen laten van een bepaalde gedachte, spreekt men van een obsessie; als men steeds weer de neiging voelt iets te doen, spreekt men van dwanghandeling (Eng. compulsion). Veel voorkomende vormen van dwang zijn de herhalings- en de controledwang. In lichte mate komen dwangverschijnselen ook bij normale personen incidenteel voor, b.v. in perioden van vermoeidheid. Ook ziet men zulke verschijnselen in milde vorm wel optreden in de puberteitsjaren; ze zijn dan echter van voorbijgaande aard en hebben bovendien niet de kwellende intensiteit die kenmerkend is bij de neurotische patiënt, zie dwangneurose.