Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dwangbevel

betekenis & definitie

o. (-en), een ten verzoeke van de belastingadministratie bij deurwaardersexploot betekend bevelschrift tot betaling van verschuldigde of achterstallige belasting.

Voor zover de overheid het recht van parate executie bezit, d.i. het recht zonder voorafgaand rechterlijk vonnis over te gaan tot uitwinning der goederen van hem, die zij tot een verplichting tegenover haar gehouden acht, kan zij daartoe overgaan krachtens een dwangbevel aan de schuldenaar betekend. Deze bevoegdheid wordt in Nederland bij tal van wetten gegeven aan overheidsorganen die met de uitvoering daarvan belast zijn.

Ook de belastingdienst is met een dergelijke bevoegdheid bekleed. Als voor de directe belastingen geen betaling volgt op een aanmaning (kosten ƒ 2,), geschiedt de verdere invordering bij dwangbevel door de ontvanger uitgevaardigd in naam der koningin, meebrengende het recht van parate executie. De tenuitvoerlegging van een dwangbevel geschiedt op de voet als in het WBv is voorgeschreven voor vonnissen, behoudens de afwijkingen, genoemd in de Wet op de Invordering van ’s Rijks Directe Belastingen van 22.5.1845, Stb. 22, nadien gewijzigd. Deze afwijkingen betreffen: verjaring (art. 11), voorrang (art. 12), aanwezigheid van getuigen en aanwijzing van een bewaarder (art. 14), verzet door de geëxecuteerde (art. 15), verzet van derden tegen de inbeslagneming van roerende goederen (art. 16). De kosten van vervolging vindt men in de Kostenwet Invordering Rijksbelastingen, van 12.2.1969, Stb. 83, nadien gewijzigd. Ook premiën verschuldigd krachtens verschillende sociale wetten, of aan lagere publiekrechtelijke lichamen kunnen per dwangbevel worden geïnd.

In België is de term ook in gebruik met betrekking tot de invordering van de inkomstenbelastingen. Dwangbevel is dan de akte waarbij de gerechtsdeurwaarder sommeert aan de belastingplichtige verschuldigde gelden te voldoen, op straffe van parate executie. De betekening van het dwangbevel is de laatste stap voor de inbeslagneming. Verzet tegen een dwangbevel is mogelijk, maar de rechtbank kan slechts oordelen over de regelmatigheid van het dwangbevel.

< >