Eleonora, Italiaans toneelspeelster, *(ged. 3.10.)1859 Vigevano, †11.4.1924 Pittsburgh (VS); uit een toneelspelersgeslacht. Zij trad reeds op vierjarige leeftijd op in het door haar familie gevormde gezelschap.
Sedert 1879 was zij eerste tragédienne van Italië, in 1885 begonnen haar successen ook in het buitenland, o.a. in Argentinië, Rusland, Oostenrijk, Duitsland, VS, Nederland (voor het eerst in 1895), België en Frankrijk. In 1909 nam zij afscheid van het toneel, maar keerde in 1923 terug met een nieuwe reeks spectaculaire successen. Na het optreden van Sarah Bernhardt was dat van Duse van beslissende betekenis voor de Europese toneelspeelkunst. Vertegenwoordigde Bernhardt de vrouwelijke expansiedrift en hartstocht, Duse vertolkte door gebaar, mimiek en dictie het in haar tijd levendig gevoelde fatalisme. Toneelrollen: Marguérite Gautier (A. Dumas fils, La dame aux camélias), Santuzza (G.
Verga, Cavalleria rusticana), de herbergierster (C. Goldoni, La locandiera), Magda (H. Sudermann, Heimat), Nora (H. Ibsen), Hedda Gabler (Ibsen), Rebekka West (Ibsen, Rosmersholm), Mevrouw Alving (Ibsen, Spoken), Ellida (Ibsen, De vrouw van de zee), Monna Vanna (M. Maeterlinck), Cleopatra (W. Shakespeare, Antony and Cleopatra). Zij vertolkte als eerste het werk van haar
landgenoot en vriend G. d’Annunzio: Silvia Gettala (La Gioconda), Anna (Citta morta), Francesca da Rimini.LITT. B. Sergantini en E. v. Mendelssohn, E. Duse, Bildnisse und Worte (1926); E. Schneider, E.
Duse (1927); E.A. Rheinhardt, Das Leben der E. Duse (1928; Ned. vert. 1929); T. Naeff, Twee toneelspeelsters (1934); O. Signorelli, E. Duse (1959); E. le Gallienne, The mystic in the theatre, E. Duse (1966).