Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Duquesnoy (du quesnoy)

betekenis & definitie

familie van Zuidned. barokbeeldhouwers.

Duquesnoy, Frans Zuidned. beeldhouwer, *12.1.1597 Brussel, †12.7.1642 Livorno; zoon en leerling van Hiëronymus Duquesnoy de Oude, broer van Hiëronymus Duquesnoy de Jonge. In 1618 vestigde Duquesnoy zich te Rome, waar hij kopieën maakte naar antieke beelden en grote roem verwierf onder de naam Francesco Fiammingo. Koning Lodewijk XIII ontbood hem naar Parijs met de titel sculpteur du roi, maar hij overleed onderweg te Livorno. Vooral putti (zie putto) in actie, geïnspireerd door Rubens, waren zijn geliefd thema (Engelenconcert, Napels). In zijn reliëfs streefde hij naar een grote schilderachtigheid door wisseling in hoogte en door spel van licht en schaduw. Hij werkte met G.L.

Bernini o.m. aan het baldakijn in de Sint-Pieter te Rome. Zijn monumentale beelden, veelal in marmer, zijn enerzijds antiek geïnspireerd (H. Suzanna, Santa Maria di Loreto, Rome), anderzijds vertonen zij de uitwendige bewogenheid van de Zuidned. barokkunst (Sint-Andreas, Sint-Pieter, Rome). Deze gematigde barokstijl werd naar Vlaanderen gebracht door Hiëronymus Duquesnoy de Jonge en door Artus Quellinus de Oude.

LITT. M. Fransolet, F. Duquesnoy (1942).

< >