[Lat.], o., extractieproces, waarbij twee niet met elkaar mengbare vloeistoffen in tegenstroom door de installatie worden geleid om een derde vloeistof in haar bestanddelen te scheiden.
Het duosolproces wordt o.a. toegepast bij de raffinage van aardolie, in het bijzonder voor de bereiding van smeermiddelen. Als extractiemiddelen dienen:
1. een vloeistof samengesteld uit fenol en cresolen (hierin lossen asfaltbitumen, aromaten, naftenen en kleurende bestanddelen op);
2. vloeibaar propaan (waarin het raffinaat oplost).