[Lat., twee], o. (-’s),
1. duet;
2. tweetal bij elkaar behorende personen; m. (-’s),
3. duozitting.
Gepubliceerd op 27-08-2021
betekenis & definitie
[Lat., twee], o. (-’s),
1. duet;
2. tweetal bij elkaar behorende personen; m. (-’s),
3. duozitting.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: