(Keltisch voor: Edinburgh), stad in Nieuw-Zeeland, aan de zuidoostkust van hetZuidereiland; 120890 inw. Dunedin is bekend om haar ligging op zeven heuvels boven een baai van 17,5 km lengte.
De stad is een verkeersknooppunt; belangrijke handelsplaats en haven (export: bevroren vlees, wol, melkprodukten; import o.a. aardolie en fosfaat). Belangrijke industrieën: chemische produkten, kunstmest, meubels, brouwerijen, zeep, papier, textiel (wol), landbouwwerktuigen, scheepsreparatie en spoorwegwerkplaatsen. Dunedin bezit o.a. een universiteit (1869), botanische tuin, museum, luchthaven ‘Taieri’. In de binnenstad staan nog veel gebouwen uit de tweede helft van de 19e eeuw, o.a. de anglicaanse kathedraal, de Saint Paul’s. Dunedin is in 1848 gesticht door Schotse presbyterianen. Na goudvondsten steeg in korte tijd het inwonertal, waarmee Dunedin de grootste stad van Nieuw-Zeeland was.