John, Engels dichter en toneelschrijver, *9.8.1631 Aldwinkle, ♱l.5.1700 Londen. Dryden studeerde te Cambridge.
In 1659 schreef hij ter nagedachtenis van O.Cromwell Heroic stanzas, maar in 1660 bezong hij al weer de restauratie van de Stuarts. In de Engelse dramaturgie was Dryden ook als theoreticus toonaangevend. Dryden was classicistisch georiënteerd, ontleende veel aan Corneille en stond in zijn beste tragedie, All for love (1678), sterk onder invloed van Shakespeare. In Drydens blijspelen weerspiegelden zich de losse zeden van het toenmalige Engelse hof. In 1681 viel Dryden in het stuk The Spanishfriar nog de roomskatholieke geestelijkheid aan, maar na de troonsbestijging van de rooms-katholieke Jacobus II (1685) werd hij rooms-katholiek. In hoeverre dit een kwestie van overtuiging of van opportunisme was, blijft een omstreden kwestie.
Werken: satirische gedichten: Absalom and Achitophel (1681), The medal (1682), Mac Flecknoe (1682); religieuze gedichten: Religio laici (1681), The hind and the panther (1687); toneel: All for love (1678), The Spanishfriar (1681); essay: Essay on dramatic poesy (1668). Uitgaven: Works, door W.Scott (18 dln. 1808; herdr. 1882—92), Poetical works, door G.R. Noyes (1908), Dram. works, door M.Summers (6 dln. 1931-32), Letters, door C.E.Ward (1942).
LITT. M.van Doren, The poetry of J.Dryden (1920; 4e dr. 1960); J.M.Osborn, J.Dryden, some biographical facts and problems (1940); K.Young, J.Dryden (1954); A.Roper, Dryden’s poetic kingdoms (1965); B.King, Dryden’s major plays (1966); E. Späth, Dryden als Poeta laureatus (1969); A.T.Barbeau, The intellectual design of J.Dryden’s heroic plays (1970).