v./m. (-men), rem waarvan de remschoen door samengeperste lucht verplaatst wordt om remwerking te doen ontstaan of op te heffen.
Drukluchtremmen werden in 1869 in gebruik genomen bij spoorwegen, later ook bij vrachtwagens en autobussen toegepast. Een door de treinmachinist bediende remkraan liet perslucht toe in een zgn. treinleiding waarop alle remcilinders aangesloten waren. De zuigers ervan drukten vervolgens de remschoenen tegen de wielvelgen. Bij lekkage of leidingbreuk wordt er niet automatisch afgeremd. De Amerikaan Westinghouse voerde in 1872 op Amerikaanse treinen de naar hem genoemde rem in. Deze is van het zelfwerkende systeem: de remleiding staat als er niet geremd wordt, onder druk, terwijl bij remmen de druk verminderd wordt.
Bij lekkage e.d. treedt automatisch remming op. Bij lange treinen was de voortplantingssnelheid 90 m/s van de luchtverdunning te klein. De snelrem heeft een snelheid van 210 m/s, bij latere ontwikkelingen: 700 m/s. Om bij vergroting van de treinsnelheid de remweg constant te kunnen houden, moet de remkracht vergroot worden. Daarbij moet rekening worden gehouden met de door Galton (1877) gevonden vermeerdering van het remeffect op de wielen bij vermindering van de snelheid.
Analoog aan de autobouw wordt gezocht naar remvoeringen met een wrijvingscoëfficiënt onafhankelijk van de snelheid, bovendien veel groter dan die van gietijzer. Dit leidt bovendien tot vele verbeteringen in systeem en constructie. Aan pogingen de remweg te verkleinen is een grens, nl. de wrijvingscoëfficiënt van wiel en rail (0,15), waarvan de waarde slechts in bijzondere gevallen door zandstrooien kan worden vergroot (maximaal 0,25). Voor een auto is onder gunstiger omstandigheden de wrijvingscoëfficiënt luchtband-wegoppervlak groter (0,75), onder ongunstige omstandigheden echter kleiner (0,06). De massa van het voertuig behoeft niet van invloed te zijn. Voor goederentreinen is op het vasteland van Europa de drukluchtrem voorgeschreven en de voorwaarden, waaraan zij moet voldoen, zijn vastgelegd.
Vacuümremmen worden niet onder drukluchtremmen gerangschikt.