m. (-s),
1. cilindrische rol in een drukpers, m.n. voor diepdruk;
2. cilinder waarin hydraulische, pneumatische of elektrische energie wordt omgezet in mechanische energie van de zuiger- of plunjerstang.
De term drukcilinder wordt wel beperkt tot de enkelwerkende cilinder waarbij de energieomzetting plaatsvindt tijdens de uitgaande slag; de ingaande wordt veroorzaakt door b.v. een veer. In het omgekeerde geval spreekt men van trekcilinder. Bij dubbelwerkende cilinders gebeurt de energieomzetting tijdens beide slagen. Bij pneumatische en hydraulische drukcilinders zijn de toe- en afvoer van het drukmedium (resp. lucht en vloeistof, meestal olie) belangrijk voor een gelijkmatige beweging evenals de afdichting en de wrijvingskracht.
Bij elektrische drukcilinders wordt de stang door middel van een draaistroommotor en motorreductor bewogen.