(druilde, heeft gedruild),
1. lusteloos zijn, overal tegen opzien, geen energie vertonen;
2. soezen, suffen; sluimeren;
3. van het weer: het druilt, het is somber, staat naar regen.
Gepubliceerd op 27-08-2021
betekenis & definitie
(druilde, heeft gedruild),
1. lusteloos zijn, overal tegen opzien, geen energie vertonen;
2. soezen, suffen; sluimeren;
3. van het weer: het druilt, het is somber, staat naar regen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: