Johann Gustav, Duits historicus, *6.7. 1808 Treptow, ♱19.6.1884 Berlijn. Droysen werd in 1840 hoogleraar te Kiel, in 1851 te Jena en in 1859 te Berlijn.
Hij introduceerde het begrip hellenisme. Droysen, nationaal-liberaal, deelde de Hegeliaanse voorkeur ten aanzien van een sterke staat. In het Frankfortse Parlement (1848-49) was hij een aanhanger van de kleinduitse richting. Hij was in zijn beklemtoning van het eigen karakter van de geesteswetenschappen (tegenover de natuurwetenschappen), een voorloper van W.Dilthey en H. Rickert.
Werken: Gesch. Alexanders des Grossen (1838), Vorlesung über das Zeitalter der Freiheitskriege (2 dln. 1846), Gesch. derpreussischen Politik (14 dln. 1855—86; tot 1756), Grundriss der Historik (1868).
Uitgaven: Historik, door R.Hübner (1958; bevat Grundriss en Enzyklopädie und Methodologie der Geschichte, Politische Schriften (1933).
LITT. H. Astholz, Das Problem Gesch. bei Droysen (1933); J.Rüsen, Begriffene Geschichte, Genesis und Begründung der Geschichtstheorie J.G.Droysens (1969).